h

ONWIJS ONDERWIJS

8 mei 2008

ONWIJS ONDERWIJS

Half april werden de uitkomsten van het parlementair onderzoek van de commissie Dijsselbloem besproken in een Kamerdebat. SP-kamerlid Jasper van Dijk schreef er al menig stukje over. Het rapport legt genadeloos bloot hoe het onderwijs de afgelopen 25 jaar is verwaarloosd. Zonder draagvlak zijn reusachtige onderwijsvernieuwingen opgelegd aan de scholen, waarvan de basisvorming het beste voorbeeld is van een grandioze mislukking. Het idee achter de basisvorming was dat je alle leerlingen zo lang mogelijk bij elkaar in de klas houdt. Kinderen uit lagere milieus kregen al doende meer kans om hogerop te komen. Dat klinkt sympathiek, maar het pakte dramatisch uit.

Alle leerlingen van 12 tot 15 jaar gingen hetzelfde onderwijs volgen in 15 (meest theoretische) vakken. Hoewel er geen draagvlak was vanuit het onderwijs, werd de basisvorming doorgedrukt. Gevolg: verveling, frustratie, ongekend verzuim, vroegtijdige uitval van zowel leerlingen als leerkrachten. Motivatie zero. De inhoud van het onderwijs is aangepast aan het niveau en de beschikbaarheid van de docenten. Dat wordt het 'nieuwe leren' genoemd, wat in de praktijk betekent dat 'duur' onderwijs van hoger opgeleide leraren tot een minimum kan worden beperkt. Volgens het 'nieuwe leren' kunnen leerlingen immers prima zelfstandig leren in het 'studiehuis'. Leerlingen zijn nu zelf verantwoordelijk voor wat zij leren, wat zij uit de boeken kunnen halen. Zelfsturing als kernbegrip. Wie het de mensen uit het onderwijs zelf vraagt krijgt steevast hetzelfde antwoord: het onderwijs heeft weinig meer met kennisoverdracht te maken. En ander rampscenario is het Weer Samen Naar School –project (WSNS), waarbij kinderen die voorheen naar het speciaal onderwijs verwezen werden met behulp van rugzakjes op reguliere basisscholen worden gehouden. Vooral kleine (dorps-)scholen krijgen in verhouding veel van deze leerlingen aangeboden. Hoewel er sociaal gezien van alles voor te zeggen valt, kleven hier ook een aantal stevige nadelen aan. Krijgen deze toch al kwetsbare leerlingen echt wel wat ze nodig hebben met die paar uurtjes per week extra begeleiding? Worden de toch al zwaar belaste leerkrachten niet nóg meer belast? Het lijkt een ontkenning van de meerwaarde van het speciaal onderwijs; pure verarming dus.
Kwaliteit van onderwijs begint steevast bij de docenten. Mensen die een verkort traject omscholing hebben gevolgd en voor de klas komen kun je niet vergelijken met mensen die vijf jaar lang vakinhoudelijk gestudeerd hebben. Het is niet reëel om dezelfde kwaliteit van vakkennis en overdracht te verwachten. Scholen hebben nu al de grootste moeite om gekwalificeerd personeel te vinden en te behouden. Binnen afzienbare tijd dreigt er een nog groter tekort aan leraren. Een hoger inkomen zou nieuwe instroom van jonge docenten mogelijk kunnen maken, maar het loon is niet het enige probleem. De werkdruk in het onderwijs is gewoonweg te hoog en zorgt voor ziekte, vertrek van docenten en veel onduidelijkheid. Protest dus en terecht. Leerlingen, leraren en schoolbesturen keren zich eensgezind tegen de regering. Eind vorig jaar waren er acties tegen de 1040-urennorm, recent is er het protest van leraren tegen de tekortschietende investeringen. Naast de falende financiering komt veel geld voor onderwijs daarbij niet in de klas terecht. Door de zogeheten lumpsumfinanciering, waarbij scholen één pot geld krijgen voor personeel en materieel, worden leraren vooral gezien als een kostenpost waarop je kunt bezuinigen. Sommige schoolbesturen zetten ook nog eens grote bedragen als 'reserve' op de bank, nu in totaal al een paar miljard euro. Het huidige onderwijsbeleid versterkt deze negatieve spiraal. Dertig jaar geleden was Nederland met een aandeel van 7 procent van het nationaal inkomen nog koploper in Europa op het gebied van onderwijsuitgaven. Nu geven wij nog maar 5 procent uit, waar het gemiddelde ruim 6 procent is. Dat is een verschil van 5 miljard euro per jaar. Dat moet rechtgetrokken worden. Dit geld is hard nodig om de klassen te verkleinen, de werkdruk te verlagen en bevoegde leerkrachten op te leiden. Geef leraren vertrouwen door hen op schoolniveau meer zeggenschap over het pedagogisch-didactisch beleid te geven. De inspectie dient erop toe te zien dat er deugdelijk vakonderwijs kan worden gegeven. Een maatschappij die accepteert dat kinderen in Nederland niet worden opgeleid door de allerbeste vakbekwame en bevoegde docenten moet zich eens goed achter de oren krabben. Laten we ervan uitgaan dat het debat over Dijsselbloem tot voortschrijdend inzicht leidt.

Hetty Combs

U bent hier